Met het ingaan van de Omgevingswet zijn langs verschillende risicobronnen, zoals snelwegen, spoorlijnen, buisleidingen en risicobedrijven brandaandachtsgebieden aangewezen. Binnen zo’n zone is een verhoogde kans op een externe brand. Bij een bouwplan in dit brandaandachtsgebied moet de gemeente een afweging maken voor aanvullende brandveiligheidsvoorschriften. In dit voorbeeld worden de verschillende afwegingen in het selecteren van maatregelen bij een plasbrand en een fakkelbrand omschreven.

Metadata

  • Opdrachtgever: DGMR
  • Auteur(s): Elias den Breejen (DGMR)
  • Datum laatste actualisatie: 08-04-2025

Meer informatie over dit praktijkvoorbeeld

Welk handelingsperspectief wordt er geboden aan de omgeving?

De gemeente bepaalt als bevoegd gezag of een brandaandachtsgebied een brandvoorschriftengebied wordt en daarmee aanvullende bouwkundige maatregelen van kracht worden.

Welke randvoorwaarden en beperkingen zijn er als het gaat over de effectieve toepassing van een voorbeeld?

Binnen de brandaandachtsgebieden door een plasbrand is het wettelijk voorgeschreven maatregelenpakket uit het Bbl een  manier om de veiligheidssituatie te verbeteren. Wanneer dit brandaandachtsgebied wordt veroorzaakt door een fakkelbrand, sluiten de wettelijk voorgeschreven maatregelen minder goed aan.

Beperkingen aan effectiviteit van bescherming:

Voor een fakkelbrand werken deze maatregelen een stuk minder goed: de warmtebelasting kan op korte afstand van de risicobron zodanig intens zijn dat een gebouw niet geschikt is om in te schuilen. En omdat de fakkel zo hoog is, is afscherming niet mogelijk en daarmee ook vluchten in veel gevallen niet realistisch. Op grotere afstand van de ongevalslocatie is de warmtestraling een stuk lager dan waar de maatregelen op zijn gebaseerd en kan met minder maatregelen worden voldaan.

Type omgeving:

Brandaandachtsgebieden langs bijvoorbeeld belangrijke snelwegen (plasbrand) of hogedruk aardgasleidingen (fakkelbrand).