De agenda tot aan 2050 voor de omgeving van Chemelot, opgesteld door meerdere betrokken partijen. Het EV-beleid en de bovenwettelijke veiligheidsambities worden ook uitgediept.
Milieuverkenning van de effecten van de waterstoftransitie in de Rotterdamse haven, met een nadruk op ammoniak. Externe veiligheid is ook onderdeel van deze verkenning, en geeft inzicht in o.a. aandachtsgebieden, PR-contouren en groepsrisico's.
Met de komst van de Omgevingswet dienen gemeenten het aspect externe veiligheid mee te nemen in het omgevingsplan. In dit document wordt een handreiking gegeven hoe dit kan worden meegenomen bij externe veiligheid door milieubelastende activiteiten.
In dit rapport zijn alle sturingsinstrumenten in kaart gebracht die partijen hebben om invloed uit te oefenen op het gebruik van waterstof(dragers) in de energietransitie. Denk hierbij aan bevoegdheden, juridische en niet-juridische, formele en informele instrumenten om beslissingen te nemen, sturing te geven, of contracten aan te gaan.
Document om gemeenten te ondersteunen bij het maken van keuzes bij de ontwikkeling van EV-beleid. Bevat ook uitgangspunten voor opstellen van planregels EV waarmee de gemaakte keuzes in het omgevingsplan worden vastgelegd, en adviezen voor gemeentes.
Conceptregels van Omgevingsdienst Midden-Holland voor het omgevingsplan op het gebied van EV. Bedoeld om aangepast te worden door de gebruiker op basis van de eigen toepassingen.
Voor brand-, explosie en gifwolkscenario's wordt in dit voorbeeld uitgediept wat de veiligheidsconsequenties en de gewenste maatregelen zouden zijn indien er onder of over de transportassen met gevaarlijke stoffen gebouwd zou worden.
Binnen brandaandachtsgebieden moeten vaak aanvullende maatregelen genomen worden, maar de afwegingen voor een potentiële fakkelbrand zijn anders dan die voor een plasbrand. In dit voorbeeld worden de verschillen uitgediept.
Deze handreiking gaat over de keuzes waarvan het noodzakelijk is dat gemeenten die maken voor de veiligheid rond opslag, productie, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen en windturbines bij het opstellen van omgevingsplannen.