Een van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet is ‘de leefomgeving in onderlinge samenhang benaderen’. Deze samenhangende benadering wordt in de praktijk gebracht door omgevingsvisies, -plannen en -vergunningen en door het besluitvormingsproces waarin een integrale belangenafweging plaats vindt. De beschermingsdoelstellingen in het omgevingsplan zijn geformuleerd aan de hand van doelvoorschriften, middelvoorschriften of een combinatie daarvan. Het bevoegd gezag kan binnen de kaders van de Omgevingswet en omgevingsveiligheidsbeleid eigen afwegingen maken over de vereiste kwaliteit en bescherming van de fysieke leefomgeving. Door deze bestuurlijke afwegingsruimte kan het bevoegd gezag (het decentrale bestuur) regelgeving toespitsen op de lokale situatie en de lokale ambities. Wel vraagt de Omgevingswet om transparantie en onderbouwing van deze bestuurlijke keuzes.
Praktijkvoorbeelden
Vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor? Heb de risico’s door!
Scenarioboek Externe Veiligheid
De veiligheidsregio’s hebben een taak om bij ruimtelijke ontwikkelingen te adviseren over de mogelijke gevaren en gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Veiligheid op het spoor - bronmaatregelen
Deze notitie over de veiligheid op het spoor gaat in op hoe de veiligheid op het spoor aan de bronkant geborgd is, met daarbij als focus het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen.